Liedteksten

Koh-i-noor – liedtekst

In haar schijnt de zon altijd 
Als het storm, als het vriest 
Als ieder ander de moed verliest 
In haar schijnt de zon altijd

De maand duurt elke maand een paar dagen te lang 
Want niet iedereen wordt als een rijke vorst geboren 
Niet dat ze gekke dingen doet of verslaafd is geraakt
Maar de strijd tegen de tijd wordt keer op keer verloren
Tweedehands zoekt en vindt ze mooie dingen
Pas nog een tweezits-bank die ze gratis af mocht halen 
Dat kwam goed van pas want die van haar was op
En ze moest de huur van deze maand nog betalen

In haar schijnt de zon altijd 
Als het storm, als het vriest 
Als ieder ander de moed verliest 
In haar schijnt de zon altijd

Ze smeert op zondag altijd echte boter op haar brood 
Want 1 keer in de week mag een mens zichzelf verwennen 
Haar dochtertje van twee komt nooit één hap tekort 
Omdat ze in staat is haar leven goed te plannen 
Op dinsdag en op vrijdag om half één naar de voedselbank 
Wie op tijd komt, treft rijkgevulde pakketten 
En zaterdag op koopjesjacht en eet ze bij haar ouders 
En elke dag , de hele dag , altijd op de kleintjes letten

Maar in haar schijnt de zon altijd 
Als het storm, als het vriest 
Als ieder ander de moed verliest 
In haar schijnt de zon altijd

Wie nooit drinkt wordt van één wijntje al zat 
Wie helemaal niets bezit, vindt heel weinig al heel wat 
In de sprookjes blijkt het altijd goed te komen 
Daar blijft ze van dromen

Want in haar schijnt de zon altijd 
Als het storm, als het vriest 
Als ieder ander de moed verliest 
In haar schijnt de zon altijd

In Noor schijnt de zon altijd

Tekst: Henk Westbroek
Muziek: Michiel Hoogenboezem
© Legado 2022